Columns

Column: Out-of-homemarkt zal alle zeilen bij moeten zetten

Corona heeft de out-of-homemarkt hard geraakt. Zo waren 2020 en 2021 door de lockdowns moeizame jaren waarin de omzet enorm onder druk heeft gestaan. Helaas zijn er op macro-economisch vlak nog meer donkere wolken aan de hemel. Wat te denken van de problemen in de supply chain die door corona zijn ontstaan, en nog veel recenter: de oorlog in Oekraïne met de hoge inflatie als gevolg. Maar het uitdagendste probleem is misschien nog wel het personeelstekort.

Redactie |

Volgens de FNV vonden 90.000 horecamedewerkers tijdens de pandemie een baan in een andere sector. Nu de horeca weer op volle toeren draait en de toeloop naar de horeca weer op stoom begint te komen, ontstaat er dus een nieuw probleem: te weinig medewerkers. Ook hotels kampen met een personeelstekort. Een groot aantal hotels heeft medewerkers moeten laten gaan. En dat personeel hebben ze nu juist hard nodig. Onderzoek van databedrijf Intelligence Group toont aan dat voor bijna een derde van de horecabedrijven het tekort aan personeel zo groot is, dat ze niet normaal kunnen draaien. De deuren gaan later open, restaurants blijven een dag extra dicht of de eigenaar serveert nu ook.
Bij het aantrekken van personeel concurreert het out-of-homekanaal als gevolg van corona met andere bedrijven in de retailsector. In de periode dat de horeca en alle niet-essentiële winkels tijdens de lockdowns tegelijk op slot zijn gegaan, is het personeel vertrokken naar een andere sector. Maar datzelfde personeel is nu massaal weer nodig. Bij uitstek is de horeca een sector die voor een groot deel leunt op flexibele krachten. En dan speelt natuurlijk ook dat ondernemers te maken hebben met personeel in thuisquarantaine. Hierdoor zijn extra werknemers nodig om de gaten in het rooster op te vullen.
Genoeg uitdagingen dus voor de out-ofhomemarkt om personeel aan te trekken. Helaas is er geen snelle oplossing beschikbaar om de vacatures in te vullen. Toch zijn er wel alternatieven die de branche kan inzetten om het probleem aan te pakken.
Het meest voor de hand liggend is misschien wel om wie werkt méér te laten werken: ‘macro’ gezien zit daar het grootste onbenutte potentieel op de Nederlandse arbeidsmarkt. Volgens cijfers van het CBS heeft van de 9,4 miljoen werkenden bijna de helft een parttimebaan.
Er zijn ook mogelijkheden op het gebied van beloning, bijvoorbeeld in de vorm van opleidingsprogramma’s en doorgroeimogelijkheden. In een tijd van inflatie zijn loonsverhogingen minder gewenst. Dat jaagt namelijk verdere prijsverhogingen aan. Toch lijkt het vaak een logische keuze om personeel dat door vakkundigheid en service waarde creëert meer salaris te bieden. Maar belonen kan dus ook op een andere manier. Vooral de jonge generatie laat zich sterk motiveren om ergens te gaan werken door beschikbare doorgroeimogelijkheden.
Het is voor bedrijven belangrijk om stil te staan bij hun imago en in kaart te brengen hoe ze een aantrekkelijke werkgever kunnen zijn en vooral ook blijven. Ook het aantrekken van andere doelgroepen met potentie zoals vijftigplussers mag niet vergeten worden.
Verder zijn automatisering en robotisering een belangrijk wapen in de strijd tegen personeelstekorten. Dat vergt wel extra inspanningen, want de productiviteitsgroei is al jaren relatief laag. Zo is het bijvoorbeeld voor veel Nederlandse hotels extra belangrijk te investeren in kostenbesparende en serviceverhogende technologieën, zoals mobiele apps, virtuele assistenten en biometrie en sensoren. En restauranttechnologie brengt de sector in het digitale tijdperk en verandert de manier waarop bedrijven voedsel verwerken, bereiden en serveren. Het brengt overigens wel een ander personeelsprobleem met zich mee. Voor het gebruik van technologie is namelijk hoger geschoold personeel nodig.
Hoewel er qua omzet weer een beetje een stijgende lijn te zien is in de out-of-homemarkt kan het personeelstekort de komende tijd voor grote problemen gaan zorgen. De sector heeft doorgaans niet zo’n aantrekkelijk imago vanwege onregelmatige werkuren, lagere salarissen, weinig doorgroeimogelijkheden en een hoog verloop. De sector zal de komende tijd daarom hard moeten werken aan zijn imago. Dat is dringend nodig, want alleen met voldoende personeel kan men de juiste service blijven bieden aan klanten.

Dirk Mulder

is sector banker bij ING

dirkmulder.jpg