Shell-tankstationhouder ziet de maatschappij veranderen

“Sinds de hekken van de verbouwing zijn weggehaald, loopt het storm”, legt Ooijens uit, die ervaring heeft met het openen van nieuwe vestigingen. “Vaste klanten van andere locaties en passanten weten ons onmiddellijk te vinden. Ik hoef daar geen ruchtbaarheid aan te geven.” Hij heeft een team van goede, vaste medewerkers in dienst en een flexibele schil. Het personeelsbestand wordt aangevuld met nieuwe mensen. Ondanks dat het lastig is om (goed) personeel te vinden, is Ooijens optimistisch: “In Rotterdam is genoeg aanwas. We kunnen uit een grote vijver putten.”

Groei
Ooijens is al sinds 2007 tankstationondernemer, en vanaf het begin bij Shell. Hij begon destijds met vijf vestigingen, Shell Maastunnel is nummer acht. Alle zaken zitten in en rondom Rotterdam. De keuze voor Shell, de marktleider in dit gebied, vindt Ooijens een logische. “Shell is een fijne partij om mee te werken. Ik heb geen behoefte aan eigen inbreng. Shell is hard franchise . We verkopen A-merken, het assortiment staat vast en alles is goed geregeld. Neem nu de broodjes van Bakerstreet. Dit bedrijf is een partnerschap met Shell aangegaan en levert bijvoorbeeld broodjes die door sterrenchefs zijn ontwikkeld. Daar hoef ik toch niets meer aan toe te voegen?”

Focus en variëteit
“De variëteit in mijn team vind ik het allerleukste aan mijn werk”, zegt Ooijens. “Ik werk met mensen van 18 jaar tot 67+. Daarnaast vind ik de omgang met onze klanten heel erg leuk. Er gebeurt altijd wel wat. Mijn focus ligt vooral op veiligheid. Ik heb overal oren en ogen. En dat is nodig, want klanten hebben soms een kort lontje. Maar er meer zijn zaken rond veiligheid waar ik op moet letten. Personeel kan zich verbranden, bezeren. Producten kunnen over de datum raken.” Het zijn allemaal aspecten die onder veiligheid vallen. Dat dit zo belangrijk is voor Ooijens blijkt onder meer uit de HSSE-prijs (gezondheid, veiligheid, beveiliging en milieu) die hij in 2021 heeft gewonnen.

Kort lontje
In en na de coronaperiode is er veel veranderd. De maatschappij is verhard. “Mensen hebben een korter lontje en reageren daardoor sneller op mijn medewerkers, in negatieve zin. Ik coach ze, train ze en geef zelf het goede voorbeeld in hoe hiermee om te gaan”, geeft de ondernemer aan, die merkt dat ook de arbeidsmarkt is veranderd. Personeel wil flexibele werktijden, zelf hun diensten bepalen. Het aantal fulltimers is geslonken. Ooijens werkt nu meer met zzp’ers en dat bevalt goed. Deze flexgroep heeft hij met veel zorg in de coronatijd op- en verder uitgebouwd. Ook heeft hij deze mensen zelf getraind. “Daar is veel tijd in gaan zitten, maar dat loont. Zzp’ers vullen diensten aan bij ziekte en verlof. Zelfstandigen zijn noodzakelijk en nuttig.”

TikTok-wijsheid
De groep flexers is over het algemeen jong. Dat vergt een andere aanpak dan bij de oudere vaste werknemers. Dat gaat de vijftiger Ooijens overigens goed af. “Ik heb zelf vier jongvolwassen kinderen, dus ben wel wat gewend. De truc is om met de jongere medewerkers mee te bewegen. Waar de oudere generatie tiptop in nette bedrijfskleding gekleed een half uur voordat hun shift aanvangt verschijnt, zie ik de jongeren nog weleens in een verfrommeld T-shirt nét binnen de zoemer op de werkvloer binnen vallen. Dat noemen zij op tijd, want van een TikTok-arbeidsinfluencer hebben ze gezien dat dat geoorloofd is’, aldus Ooijens. “Ach, het is gewoon leuk om de jeugd te laten zien hoe het ook kan. Wij leren ze onze mentaliteit als het gaat om de benadering naar oudere klanten”, nuanceert hij. Maar af en toe wordt hij er ook gek van. “Kom je hier nou om te werken, of niet?”

Regelgeving
Een andere uitdaging voor de ondernemer is de wirwar van wet- en regelgeving. “We zitten nog steeds met de SUP-regels te hannesen. Eigenlijk horen we de koffie die in de shop wordt genuttigd in porselein te schenken. Zie je ’t voor je, al die kopjes op de statafels? Dat wordt een rommeltje en geeft veel extra werk. Ook het reguleren van al het afval op de locaties geeft gedoe.” De bezoekers snappen de regeltjes rondom de SUP niet echt, maar accepteren het dat ze moeten bijbetalen voor wegwerpverpakkingen.”
In de bedrijfsvoering van Ooijens is al te merken dat tabak in supermarkten gaat verdwijnen. Hij ziet dat er meer tabak verkocht wordt nu Albert Heijn ermee gestopt is en er meer in zijn shops wordt aangeschaft door zijn klanten. Hij legt uit: “We hebben meer opslagruimte nodig voor de artikelen. Maar meer voorraad betekent dat we meer waardekasten nodig hebben en de verzekering erop moeten aanpassen. We kunnen ook meer leveringsmomenten creëren om de stock op peil te houden. En dan zitten we nog wel met het aanvullen. Want dat moet uit het zicht van de klant gebeuren. Een optie is dat we dat ’s nachts gaan doen. En daar moet ik dan weer extra personeel voor inroosteren, een medewerker die alle acht locaties gaat bevoorraden, bijvoorbeeld.”
Extra investeringen wil de shophouder niet doen in het kader van de tabakswetgeving. Immers, in 2030 mag ook in tankshops geen tabak meer worden verkocht.

Soms een beetje scheef
Op de vraag of de werk-privébalans in orde is, reageert Ooijens ad rem: “Zal ik je het telefoonnummer van mijn vrouw geven? Nee, hoor. Zij weet dat ik veel en hard werk. Soms is de verhouding tussen het werk en mijn privéleven een beetje scheef. Zeker als er projecten lopen, zoals de opening van een nieuwe vestiging. De afgelopen weken heb ik erg veel uren gemaakt. Maar op andere momenten pak ik mijn vrije tijd wel weer terug. Soms begin ik wat later of ga thuiswerken. En ik kan op vakantie wanneer ik wil. Dan maak ik mijn agenda leeg en trek de boel weer recht. Mijn gezin profiteert er ook wel weer van mee dat ik veel werk en tegelijkertijd veel vrijheid creëer.”

Dit artikel verscheen eerder in Out.of.Home Shops. Abonneren? Klik hier.