AMSTERDAM – De concurrentiepositie van de Nederlandse kustregio’s staat onder druk vanwege oplopende prijzen. De kust kan aantrekkelijk blijven als horecaondernemers inzetten op een betere prijs-kwaliteitverhouding. Dat stelt Sjuk Akkerman, sector specialist Services & Leisure bij ING Sector Banking.
Akkerman reageert met deze uitspraak op een artikel in de Telegraaf van 17 mei dat gebaseerd is op een ander artikel van de Duitse regionale krant NRZ. Beide artikelen gaan over de sterk gestegen prijzen in de Nederlandse horeca, inzoomend op Duitse toeristen die graag naar de Nederlandse kust komen. Beide kranten spraken met Duitse toeristen die voorbeelden gaven van de steeds hoger wordende kosten. In NRZ vertelde iemand dat een week voor zes personen in een vakantiehuis in Egmond aan Zee in 2022 iets onder de tweeduizend euro kostte en in 2025 bijna 2900 euro. De groep twijfelt of ze een volgende keer weer naar Egmond gaan.
Hogere kosten
Een groot deel van de prijsstijgingen zijn toe te bedelen aan de steeds hoger wordende kosten voor horecaondernemers. “De prijsstijgingen zijn een gevolg van inflatie, hogere inkoop- en energiekosten en stijgende lonen in de horeca. In 2024 stegen horecaprijzen gemiddeld met 6%, en ook dit jaar wordt een stijging van 5% verwacht. Begin 2025 kregen horecamedewerkers 2,5% loonsverhoging, en per 1 juli nog eens 1%. Daarbovenop komt per 1 januari 2026 een btw-verhoging op logies van 9% naar 21%, wat hotelkamers en vakantiehuisjes 11% duurder maakt”, zegt Akkerman. Hotels en verhuurders van vakantiewoningen kunnen die verhoging niet opvangen en zullen die moeten doorberekenen aan klanten.
Het zijn niet alleen de prijzen voor verblijf. Ook eten en attracties worden genoemd door de Duitse krant. Zo zou een portie kibbeling in een paar jaar tijd zijn gestegen van vijf euro naar bijna twintig euro aan de Scheveningse haven. In 2026 zal de Zaanse Schans, het toonbeeld van het Nederlandse molenlandschap, 17,50 euro gaan vragen voor toegang, waar het tot nu toe gratis was te bezoeken. “Toeristische trekpleisters in het hele land onderzoeken hoeveel ze bezoekers kunnen vragen voordat ze de barricades opgaan”, schrijft de krant.
Veroorloven
Volgens de schrijver van het artikel, Nederland-correspondent van NRZ, Jonas Erlenkämper, kunnen Nederlanders het zich veroorloven bezoekers af te schrikken. “Er komen immers nog steeds meer mensen. In 2024 waren er 7,6 miljoen bezoekers, vergeleken met slechts 3,9 miljoen tien jaar eerder”, schrijft hij.
Artikel gaat verder onder de foto ↓
Akkerman ziet dat de hoge prijzen buitenlandse toeristen kan afschrikken. Het wegblijven van toeristen raakt volgens de expert niet alleen de toeristische sector, maar ook de lokale economie. “Om aantrekkelijk te blijven moet de horecasector inzetten op een betere prijs-kwaliteitverhouding. Toeristen zijn bereid te betalen, maar verwachten daar dan ook iets voor terug. Investeren in gastvrijheid, service en beleving blijft dan ook essentieel. Ook gemeenten kunnen bijdragen door parkeer- en belastingbeleid te herzien. Denk aan dagpassen of korting bij langer verblijf. Zonder ingrijpen bestaat het risico dat buitenlandse toeristen in eigen land blijven of uitwijken naar goedkopere bestemmingen, wat leidt tot omzetverlies en mogelijk zelfs sluiting van horecazaken”, aldus Akkerman.
Overspoeld
De Duitse toerismeonderzoeker Andreas Reiter, die wordt aangehaald door Erlenkämper, denkt echter dat de bezoekersaantallen niet zullen dalen, hoewel sommige Duitsers op zoek zijn naar een alternatief voor ons land. Reiter voorspelt zelfs dat Nederland in de toekomst vrijwel volledig zal worden overspoeld door vakantievierende klimaatvluchtelingen. Hij doelt daarmee op toeristen die door de opwarming van de aarde het Middellandse Zeegebied gaan vermijden, omdat het daar te warm wordt. Ze zoeken nu naar nieuwe bestemmingen voor de zomer. “Twee landen in het bijzonder profiteren hiervan, omdat ze bezoekers vol vertrouwen een verademing kunnen beloven: Zweden – en Nederland."
Bron: Out.of.Home Shops
