Horeca 3.jpg Leeftijdscontrole bij de verkoop van alcohol is onderdeel van sociale hygiëne. Foto: SVH

Horeca

Kosten Register Sociale Hygiëne houden gemoederen in de branche bezig

NIEUWVEEN – Op 1 juli is het Register Sociale Hygiëne overgegaan van de Stichting Vakbekwaamheid Horeca (SVH) naar de Landelijke commissie sociale hygiëne (Lcsh). In het register staat iedereen geregistreerd die heeft aangetoond voldoende kennis en inzicht op het gebied van sociale hygiëne te bezitten, of het diploma sociale hygiëne heeft. Het diploma is verplicht voor alle leidinggevenden van bedrijven waar alcoholhoudende dranken worden verkocht, zoals horeca en slijterijen, maar ook supermarkten met een slijterij of nietcommerciële organisaties, zoals sportkantines en buurthuizen. Binnen de diverse branches is er beroering ontstaan, vooral over de inschrijfkosten.

Gerard van Oosbree |

Een korte blik terug in de tijd. Vanaf 1954 was de Vestigingswet Kleinbedrijf van kracht. Deze wet moest de kwaliteit van ondernemers waarborgen. Ondernemers hadden een vergunning nodig om een bedrijf te mogen starten. In de loop der jaren werden de eisen voor vestiging vrijgegeven. In 1996 werden de vergunningstypen voor 84 verschillende bedrijven vervangen door negen vergunningen voor clusters van bedrijfstypen. Vanaf 2001 werden de vergunningseisen voor ondernemersvaardigheden, het middenstandsdiploma, afgeschaft. In 2007 werd de Vestigingswet Bedrijven ingetrokken. Voor een aantal branches werden nog wel aparte eisen gesteld.
Toenmalig minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) Edith Schippers stelde een centraal register in waarbij de branche leidend zou zijn in de uitvoering en de overheid de controle en handhaving voor haar rekening zou nemen. Voor de uitvoering zou het een organisatie uit het werkveld moeten zijn die kennis had van de branche. De organisaties binnen de branche, zoals Koninklijke Horeca Nederland en de werkgevers- en werknemersorganisaties kozen voor de SVH als uitvoerder en beheerder van het register met akkoord van de politiek.

Halfbakken wetgeving
In 2014 werd het Register Sociale Hygiëne ondergebracht bij de SVH. Om belangenverstrengeling tegen te gaan, werden de werkzaamheden van de SVH gesplitst met het register aan de ene kant en de examens aan de andere. Een stap die ervoor zorgde dat jaren later een uitspraak van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) over vermeende belangenverstrengeling in het voordeel van de SVH viel. “Sinds 2018 werden we ‘lastiggevallen’ door meerdere rechtszaken van andere potentiële examenaanbieders die allemaal het gevolg waren van de halfbakken wetgeving die nooit is aangepast”, zegt SVH-directeur Ricardo Eshuis. “Die zaken heeft de SVH overigens allemaal gewonnen, maar dat heeft heel veel geld gekost. We hebben toen bij het ministerie van VWS aan de bel getrokken en gezegd dat het zo niet meer kon. Sinds die tijd ontvingen we van het ministerie een bijdrage van 75% in de kosten, gebaseerd op onze eigen begroting.”
Dat er in de nieuwe Horecawet is gekozen voor de nieuwe opzet, is volgens staatssecretaris van VWS Maarten van Ooijen vooral ingegeven door praktische en organisatorische redenen. “De Drank- en Horecawet is in 2016 geëvalueerd, ook de SVH-LEC (Landelijke Examencommissie) is toen geëvalueerd. Daaruit bleek dat de wet- en regelgeving aangepast moesten worden om de werkzaamheden goed uit te kunnen voeren. Het beleid van het kabinet is dat publieke taken publiek vormgegeven moeten worden. Er is dan ook voor gekozen een onafhankelijke en zelfstandige publiekrechtelijke organisatie in te richten”, aldus de staatssecretaris.

"Als zelfstandig bestuursorgaan moeten wij de kosten voor het register met een kostendekkend tarief doorberekenen"

Kostenpost
Met de overgang van SVH naar Lcsh zijn de inschrijfkosten vastgesteld op 92 euro. Dat is volgens ondernemer Gabriëlla Café een behoorlijke extra kostenpost voor bijvoorbeeld supermarkten of horecabedrijven. Café is de eigenaar van de grootse horecaopleider van Nederland, Horeca Stichting Nederland (HSN). Jaarlijks volgen bij haar bedrijf rond de 6000 cursisten de opleiding Sociale Hygiëne. De overgang en het heffen van inschrijfgeld is een gevolg van de in 2021 in werking getreden Alcoholwet. Café steekt haar kritiek niet onder stoelen of banken. In haar ogen wordt een al jarenlang goed werkend systeem om zeep geholpen. “Voor personeel neem je als ondernemer die kosten op je. In de horeca en supermarkten is het verloop best groot, dus stel dat je tien mensen per jaar wilt laten opleiden, dan zijn de extra kosten enorm. Als dat betekent dat ondernemers dan minder mensen op cursus sturen, is dat geen goede ontwikkeling voor de volksgezondheid.” Volgens Café heeft de overname van het register geen voordelen.

Lcsh
“In de Alcoholwet is opgenomen dat voor de werkzaamheden die de Lcsh gaat uitvoeren, kosten in rekening gebracht worden. De kosten om het register actueel en veilig te houden, worden uit het eenmalige inschrijfgeld van 92 euro betaald”, meldt Van Ooijen. “De registratie in het Register Sociale Hygiëne toont aan dat voldaan is aan de kenniseisen en de ingeschreven persoon voldoet aan de wettelijke eisen om als leidinggevende in een horeca- of slijterijbedrijf te kunnen werken. Het gaat om een eenmalig bedrag waarna de registratie voor de hele carrière geborgd is.” Het tarief voor de inschrijving wordt niet door de Lcsh bepaald. “Dat doet het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport naar aanleiding van onze kostenraming”, verduidelijkt Eric Jongepier, voorzitter van de Lcsh.
“In de oude Drank- en Horecawet was niet voorzien in het heffen van inschrijfkosten”, zegt Eshuis (SVH). “Toen wij het register in 2014 in beheer kregen, hebben wij de examenkosten verlaagd met de bedoeling daarnaast inschrijfkosten te gaan rekenen om zo transparant te zijn. Omdat hier niets over in de wet stond, ging dat plan op last van de rechter niet door. Wij konden ook de examenkosten niet meer verhogen, omdat dit gezien zou worden als een verkapte manier om toch inschrijfkosten te rekenen. Het hield in dat de SVH de kosten, zo een half miljoen euro per jaar, bekostigde uit de eigen financiële middelen, namelijk de marge van de examens. Als wij afgelopen jaren wel kosten in rekening hadden mogen brengen, zou dat niet meer geweest zijn dan 21 euro.”

Wettelijke eisen
Hoe het kan dat de kosten van het register nu vier keer zo hoog zijn, kan Jongepier wel uitleggen. “Voor het nieuwe register hebben wij het CIBG in de hand genomen. De overheidsorganisatie beheert ook het BIG-register, het donorregister en het VOG-register. Zij bouwen en onderhouden het register volgens de laatste veiligheidsrichtlijnen van de overheid”, aldus Jongepier. “Vanuit het register zijn er beveiligde koppelingen naar bijvoorbeeld het basisregister persoonsgegevens van de gemeenten en hebben we een inlog via DigiD. Hierdoor houden we nu een actueel register, wat voorheen niet mogelijk was. Maar er is ook een koppeling met het examenregister en het oude SVH-register. Bij bepaalde mbo-opleidingen zit het examen Sociale Hygiëne in het pakket. Binnenkort komen daar een aantal hbo-opleidingen bij. Speciaal hiervoor wordt een koppeling gemaakt met DUO om ook daar de controle bij een registratie te kunnen uitvoeren.”
Eshuis maakt zich nog wel zorgen over de bekostiging. Met gemiddeld 21.000 inschrijvingen per jaar zal het geen probleem zijn, denk hij. “Maar wat als er langdurig veel minder inschrijvingen zijn, gaat dan de prijs nog verder omhoog?”, vraagt hij zich af. Dat zal volgens Jongepier de eerste jaren zeker niet aan de orde zijn. “In de regeling is vastgesteld dat de komende vijf jaar het tarief niet verhoogd mag worden, behalve met de inflatie-indexatie.” Maar ook hiermee kunnen de kosten de komende jaren snel oplopen. Met de huidige inflatie kan het inschrijfbedrag binnen de kortste keren al boven de 100 euro komen.

"Voorheen was alles van cursus en examen tot registratie geregeld. Cursisten hoefden niets zelf te doen, behalve slagen voor het examen"

Privacy
Nu het nieuwe register in gebruik is genomen, bestaat het oude register ook nog. Waarom zijn de gegevens van de ongeveer 600.000 ingeschrevenen niet simpelweg overgenomen? Dat het niet zo eenvoudig is, komt door privacywetgeving. “We kunnen als organisatie en beheerder van de database de persoonsgegevens niet overdragen”, legt Eshuis uit. “De ingeschrevenen hebben hun gegevens met ons gedeeld met het specifieke doel de opname in het register dat onder ons beheer valt. Het feit dat het nieuwe register dezelfde functie heeft, doet daar niets aan af. De SVH is de beheerder van die gegevens en daar kan ook de overheid niets aan veranderen. Dat hebben ze wel geprobeerd met een rechtszaak.” De rechter oordeelde dat beide partijen nog een keer om de tafel moesten om tot een goede, werkbare oplossing te komen. De details hiervan zijn geheim, zegt Eshuis, maar het komt erop neer dat bij herregistratie er automatisch een controle wordt gedaan op een eventuele inschrijving in het oude register. Dat gebeurt via een versleutelde verbinding. Het register zelf is ook versleuteld en er worden geen data overgedragen. Ook is het voor de Lcsh en het CIBG niet mogelijk gegevens van het SVH-register in te zien anders dan via de openbare zoekfunctie.

Problemen
Jongepier: “Wij willen dat het proces zo soepel mogelijk verloopt. Dat houdt in dat als de registratie niet lukt, mensen kunnen bellen en dat de helpdeskmedewerkers samen met de klant gaan uitzoeken waar het probleem zit. Als het mogelijk is, lossen we dat meteen op. Bij complexere problemen kan het langer duren, maar proberen we altijd te helpen. Voor het oplossen van die problemen werkt het CIBG nog nauw samen met de SVH. In een enkel geval zal een klant helaas een nieuwe registratie moeten uitvoeren, dus met de bijbehorende kosten”, is de uitleg van de voorzitter van de Lcsh. Voor mensen die niet online willen of kunnen registreren, is er een papieren traject. Beide registers zijn door iedereen te raadplegen en dat blijft voorlopig zo.

Totaaloplossing
Café is niet blij met het feit dat ze nu voor haar cursisten geen totaaloplossing meer kan bieden. “Voorheen was alles van cursus en examen tot registratie geregeld. Cursisten hoefden niets zelf te doen, behalve te slagen voor het examen. Zelfs dat werd bij klassikale cursussen afgenomen op de cursuslocatie en geslaagden werden vrijwel automatisch opgenomen in het register”, vertelt de ondernemer. “Deze totaaloplossing kunnen wij in de huidige situatie niet meer bieden, aangezien onze cursisten zich, na het behalen van hun diploma bij ons, nu zelf nog met DigiD moeten registreren en dat ook zelf moeten betalen. Daar hebben wij geen zicht of invloed op en dat ervaar ik naar onze klanten toe als een gemis. En ondernemers die personeel het diploma laten halen, moeten zelf controleren of de inschrijving is gedaan via de openbare zoekfunctie in het register.”
De eenmalige kosten van 92 euro zijn alleen voor nieuwe inschrijvingen. Personen die al ingeschreven staan, kunnen zich binnen vijf jaar kosteloos herregistreren. In de eerste twee maanden hebben volgens opgave van de Lcsh al 40.000 mensen dat gedaan. De tijd zal aantonen of de kosten inderdaad een drempel zijn. Als het aantal aanmeldingen voor het Register Sociale Hygiëne de komende jaren daalt, kan dat een indicatie zijn. Binnen de branche zal dit met argusogen worden gevolgd.

Dit artikel verscheen eerder in Out.of.Home Shops. Abonneren? Klik hier.