ALPHEN AAN DEN RIJN – Groepjes baldadige jongeren, een beschonken gast die niet meer voor rede vatbaar is, bezoekers die het personeel lastigvallen, drugsgebruik en haantjesgedrag, horecaondernemers krijgen er hoe dan ook weleens mee te maken. In Alphen aan den Rijn staat het horecateam van de politie de ondernemer met raad en daad bij en Frank Heijmink, operationeel expert horeca & ondernemers bij de politie, ondersteunt hen daarbij. “Ik probeer de wereld een klein beetje veiliger te maken.”
In 39 jaar bij de politie heeft Frank Heijmink veel gezien. Eerst in zijn rol als adviseur bij evenementen, nu al negen jaar als operationeel expert (OE), waarbij hij ondersteuning biedt op het gebied van horeca en ondernemers. Die krijgen op hun beurt onherroepelijk te maken met onwenselijk gedrag. “Dat gaat van baldadig gedrag van jongeren op het terras en stappubliek dat teveel drank op heeft, tot drugsgebruik en haantjesgedrag in de club, met agressie onderling tot gevolg”, somt ‘de wijkagent zonder wijk’ op. Hij ziet een toegenomen verharding in de maatschappij, met de coronapandemie als opvallende aanjager. “Mensen kunnen zich erg ingraven in hun eigen standpunten. Een deel van de mensen is door ons niet meer te bereiken. Sociale media zorgen er bovendien voor dat mensen in hun eigen bubbel blijven, ze zoeken versterking in hun eigen denkpatroon”, legt hij uit. Ook onder jongeren is die toegenomen verharding evident. “Wij zien een toename van incidenten die worden veroorzaakt door de jeugd. We zijn hard bezig om het contact met hen te herstellen en dat doen we door gesprekken aan te gaan. Je moet niet vergeten: slecht gedrag is niet hetzelfde als slecht zijn”, aldus de vriendelijke politieman. Oplossen met zachte hand werkt beter dan met harde hand, daar is de politieman duidelijk in. Dit wordt door sommigen als een softe aanpak gezien, maar dat is zeker niet het geval, stelt Heijmink. “Je moet te allen tijde duidelijk zijn en uitstralen waar je voor staat. Maar het blijft maatwerk. Gelukkig hebben we heel goed contact met de horecaondernemers, die in veel gevallen zichzelf en hun gasten veilig houden door een portier – ik zeg liever: gastheer – voor de deur te hebben staan. Meestal lukt het hen om de problemen zelf op te lossen, soms nemen ze op voorhand al contact met de politie op. Bijvoorbeeld als het uitgaanspubliek minder gezellig wordt. Wij stimuleren ondernemers ook daartoe. We krijgen graag een seintje van ze; zij zijn onze ogen en oren”, zegt Heijmink.
Speciaal 06-nummer
Bij spoed bellen horecaondernemers 112, maar er is ook een speciaal 06-nummer. Dat kunnen ondernemers bellen voor overleg met het Alphense horecateam. Er is sprake van tweerichtingsverkeer, dus de politie neemt zelf ook weleens contact op of komt polshoogte nemen. “In Alphen is geen vaste sluitingstijd, maar wel de afspraak na 1.30 uur niemand meer binnen te laten. Dat is hét moment voor opstootjes aan de deur en daar staan wij dan wel bij. Het is in ieders belang dat een stapavond gezellig en zonder incidenten verloopt. Dat zien horecaondernemers net zo goed en daarom hebben wij met alle exploitanten een goede samenwerking”, vertelt de agent.
Dat neemt niet weg dat Heijmink en zijn collega’s ook klachten krijgen. “Ze vinden ons soms te laat. Of hadden gewild dat we iemand zouden aanhouden. We moeten keuzes maken, en dat betekent dat we soms iemand het gebied uit begeleiden, waar een ondernemer misschien op iets anders had gehoopt.”
Vakmanschap
800 man in je zaak met een gemiddelde leeftijd van 22 jaar is een flinke uitdaging – vooral als er drank bij komt kijken. Dan komt het aan op vakmanschap, zegt Heijmink. En hij vindt het net zo knap als een cafébaas in z’n eentje in de kroeg staat met 40 gasten. Een goede horecaondernemer is wat hem betreft dan ook vooral een goede gastheer. “Nee, een gastvader”, verbetert hij zichzelf. “Iemand die met een glimlach en zonder agressie problemen kan oplossen. Met spierkracht kom je er niet; er is er altijd wel één sterker.” De gastvaders en -moeders zijn goede bekenden van Heijmink, want hij bezoekt ze regelmatig. Om bij te praten, te zien wat er leeft en vragen wat er speelt. Vaak ook loopt hij in z’n eentje een volle kroeg in, geüniformeerd en wel. De houding van de mensen achter de bar bepaalt hoe hij door de gasten wordt onthaald. Begroeten zij hem wrokkig, dan wordt de sfeer grimmig. Maar gedragen zij zich kameraadschappelijk, dan vinden de gasten het zelfs leuk dat hij er is. Heijmink: “Barmensen bepalen de sfeer. Het is niet alleen een goede schuimlaag die iemand een goede gastheer maakt; sociale vaardigheden zijn hier zo belangrijk! Vooral oudere horecamedewerkers zijn hier heel goed in. Iedereen kan een biertje tappen, maar niet iedereen weet ervoor te zorgen dat zijn gasten veilig thuiskomen.” Dat laatste kan trouwens ver gaan: Heijmink sprak onlangs een ondernemer die een dronken gast met zijn eigen auto naar huis bracht en hem zelfs in bed stopte. “Ook dat is ondernemerschap”, lacht Heijmink.
Samen
Complimenten te over voor de horecaondernemer, maar waar liggen nog kansen? Wat Heijmink betreft is de meldingsbereidheid te laag, hoewel horecaondernemers wel degelijk steeds vaker contact opnemen met de politie, ook voordat de vlam in de pan slaat. Maar, stelt hij: “Meldingsbereidheid moet vanzelfsprekend zijn. Een appje is toch zo gestuurd?” Hij pleit daarnaast ook voor het schriftelijk ontzeggen van toegang. Horecaondernemers die iemand de toegang ontzeggen baseren zich nu vaak op gezichtsherkenning. Dit op schrift zetten en ook aan de politie kenbaar maken, vergemakkelijkt handhaving van het verbod. Heijmink: “Heel veel horecaondernemers weten al precies hoe het moet en daar ben ik trots op. Maar blijf vooral de samenwerking zoeken. Het is niet wij tegen zij, maar samen voor een mooi ondernemersklimaat. We moeten het samen doen.”
Dit artikel verscheen eerder in Out.of.Home Shops. Abonneren? Klik hier.