DEN HAAG – Diverse organisaties in de retail en horeca hebben gezamenlijk een nieuw model huurovereenkomst voor winkel- en horecapanden ontwikkeld. Deze ‘huurdersvariant’ moet meer evenwicht brengen in de relatie tussen verhuurders en huurders.
Tot nu toe werd er door verhuurders veel gebruikgemaakt van de Huurovereenkomst Winkelruimte die is opgesteld door verhuurders die verenigd zijn in de Raad voor Onroerende Zaken (ROZ). Door de branche- en werkgeversorganisaties wordt dit ROZ-model als onevenredig in belangen en verantwoordelijkheden tussen huurders en verhuurders gezien. In de Tweede Kamer werd vorig jaar gesproken over een onevenwichtige verhouding en het negatieve effect hiervan op winkelstraten. Onlangs kwam dit nog ter sprake naar aanleiding van de extreme huurindexeringen en verhuurders die niet bereid waren te zoeken naar passende oplossingen. De nu ontwikkelde huurdersvariant moet zorgen voor een betere balans tussen de belangen van beide partijen bij de contractbesprekingen.
Initiatief
De initiatiefnemers Koninklijke INretail, Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), Raad Nederlandse Detailhandel (RND), Vakcentrum, Vastgoedoverleg (VGO), Koninklijke MKB-Nederland en Koninklijke Horeca Nederland (KHN), roepen alle huurders van winkel- en horecapanden op om bij het aangaan of verlengen van een huurcontract vanaf nu de huurdersvariant als uitgangspunt te nemen. Jacco Vonhof, voorzitter van MKB-Nederland. “Wat ons betreft is vanaf nu de huurdersvariant het uitgangspunt bij onderhandelingen over de huur van een pand. De aansluiting op de praktijk van ondernemers is beter. Huurder en verhuurder hebben elkaar nodig. Het is dan logisch om ieders belangen in een gelijkwaardiger huurmodel te dienen.”
Patricia Hoogstraaten, directeur van het Vakcentrum en voorzitter van de Nationale Winkelraad: “Beide partijen moeten willen streven naar continuïteit in de relatie. Dus er moet duidelijkheid zijn over de kosten van de huur, maar ook over bijkomende kosten. Servicekosten en lokale bijdragen zijn bijvoorbeeld niet meer automatisch voor rekening van de huurder. In de Huurdersvariant staan ook heldere afspraken over de isolatiewaarde van het gehuurde (minimaal label C), actualiteit van energieprestatiecertificaten, afspraken over investeringen in duurzaamheid en wie verantwoordelijk is voor de kosten en de consequenties bij zaken als asbestsanering”.
Evenwichtig
Eus Peters, directeur van de Raad Nederlandse Detailhandel (RND): “Kennis en een evenwichtige basis zijn belangrijk. Het is voor de huurderszijde heel goed dat met een meer evenwichtige tekst van de huurovereenkomst nu meer gebalanceerde onderhandelingen mogelijk zijn. Dit is voor alle typen huurders - klein, groot en ketens - relevant. Iedereen heeft er belang bij dat de exploitatie van de winkel succesvol is en positief bijdraagt aan gevulde winkelstraten voor de consument.” René Roorda, directeur van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), onderschrijft dit. “Het is fijn dat we met deze Huurdersvariant een meer gewogen model hebben voor gesprekken tussen huurders en verhuurders.” KHN-voorzitter Marijke Vuik: "De Huurdersvariant is een stap in de goede richting om de belangen van huurders in de retail- en horecasector te borgen. Zo krijgen ondernemers in deze sectoren eindelijk de mogelijkheid om evenwichtige overeenkomsten af te sluiten en dat is van groot belang voor de toekomstbestendigheid van bedrijven in onze dorps- en stadskernen."
Bron: Levensmiddelenkrant / Out.of.Home Shops