Horeca

Brasserie Engels kostte Vermaat 2,5 miljoen

ROTTERDAM - Vermaat Groep heeft de nodige tijd en middelen gestoken in de overname van de Rotterdamse Brasserie Engels. Directeur Paul Vermaat zegt dat de tweeëneenhalf jaar en 2,5 miljoen de moeite waard zijn. “We willen daar zijn waar het gebeurt.”

Joost Agterhoek |

In hartje Rotterdam, vlak tegenover het Centraal Station en in wellicht het belangrijkste wederopbouwmonument van de havenstad, heeft Vermaat een bijzonder nieuw horecaconcept in handen. Op zes maart heropende het familiebedrijf in het Groothandelsgebouw Brasserie Engels, sinds 1951 een bekend grand-café, restaurant en zalencentrum in de stad. Nostalgie in een nieuw jasje, aldus het bedrijf. Dat nieuwe jasje heeft wel een aardige duit gekost: 2,5 miljoen, licht de algemeen directeur toe. Twijfel over de terugverdientijd heeft Vermaat echter niet. “Weet je, van tevoren stel je vast dat je een bepaald bedrag gaat uitgeven. Vervolgens kom je hoger uit. Maar we zijn een familiebedrijf met trots en we willen het voor elkaar hebben. De investeringen zullen terugverdiend worden.” Het vertrouwen in de nieuwe aanwinst stamt waarschijnlijk uit het lange voorbereidingstraject. Vermaat is immers al 2,5 jaar bezig om de locatie te pakken te krijgen. “We praatten al een hele poos met de familie Engels. Er zit natuurlijk een hoop emotie in.” Een samenwerking met horecavastgoedbedrijf Bibitor en The Office Operators, die 21 zalen boven het restaurant onder de hoede neemt, maakte de herstart mogelijk.

Casual
De combinatie van casual horeca in de brasserie beneden en bedrijfscatering voor de 250 te bezetten flexwerk- en vergaderstoelen boven past in de twee takken van sport waar Vermaat in bedreven is. Sipke Veenstra, ceo van The Office Operators, zegt dat het aantal van 20.000 bezoekers die het party- en congrescentrum trekt in vijf jaar tijd door kan groeien naar 100.000. Zijn bedrijf bestiert vijftien locaties in Nederland met te huren flexwerkplekken, congreszalen en vergaderruimtes. “Dit wordt de place to meet Rotterdam.” Om al die gasten te bedienen is naast de open keuken voor de brasserie beneden een extra keukenruimte gereserveerd voor de catering.  
De horeca op de begane grond kent een casual karakter, maar tegelijkertijd een sterke focus op kwaliteit, zegt general manager van Brasserie Engels Ben de Ruijter. “Gasten kunnen op elk moment van de dag terecht, van een ontbijtje om acht uur tot de borrel laat in de avond. Snel bedienen doen we door vakmensen in te zetten: echte barista’s en cocktailshakers, professionele jongens en meiden.” Brasserie Engels werkt veel met lokale producten, passend bij de nostalgische, Rotterdamse kaart. Denk aan een in bier gestoofde runderwang met peperkoek en knolselderijmousseline of een piepkuiken met aardappel, wortel, ui, doperwten en krokant spek. Vakkundig personeel kan dat verhaal vertellen, zegt De Ruijter. De zalen kunnen evengoed van dezelfde kaart worden voorzien, maar daar zitten geen grenzen aan, zegt Vermaat. “Mijn antwoord is ja, wat is je vraag? Dat iets niet kan, daar doen we niet aan.”

Ontmoetingscentrum
Het familiebedrijf zit na de relaunch van het Rotterdamse horeca-erfgoed niet stil, twee nieuwe locaties zijn inmiddels alweer van start gegaan. Continu blijven ontwikkelen, zegt Vermaat over de doorlopende groei. “Nog altijd doen we 20 procent groei op jaarbasis, vorig jaar waren de cijfers ook goed.” Vermaat neemt Brasserie Engels als voorbeeld. “Dit is de derde zakelijke plek van Nederland, de ligging is ontzettend centraal. Er komt hier weer een heel ander publiek dan bij het Rijksmuseum of het Mauritshuis, waar we ook werken. Dit moet het ontmoetingscentrum van Rotterdam worden, zowel zakelijk als privé. Iedereen kent Engels, daar sprak je af. Dat willen we terug. Als bedrijf willen we daar zijn waar het gebeurt.”

Bron: Out.of.Home Shops

brasserie_engels.jpg