Onderweg

Horeca

Catering

FSIN-directeur: ‘Ondernemers moeten sectorbreed naar concurrentie gaan kijken’

BENNEKOM - De horecabranche gaat deze zomer beginnen aan een inhaalslag om te herstellen van de coronacrisis. Dat blijkt uit de Beleidsmonitor 2021-2025 van het FoodService Instituut Nederland (FSIN). Directeur Inga Blokker heeft per 1 mei het stokje overgenomen van Jan-Willem Grievink en vertelt hoe de sector op het oude niveau van voor de crisis komt.

Lisa van der Linden |

In de Beleidsmonitor 2021-2025 staat dat een groot deel van de foodbranche vanaf 2023 weer op het oude niveau zal zitten. “We zeggen dat de horeca deze zomer begint aan de inhaalslag, maar de klassieke horeca zal naar verwachting vanaf 2023 op het oude niveau zijn. Het FSIN is het hele jaar door met veel bedrijven in gesprek over waar zij groei en ontwikkelingen zien. Daarnaast bekijken we modelmatig de marktcijfers. De veranderingen in de samenleving hebben invloed op nieuwe producten en diensten. Op die manier proberen we grip te krijgen op wat er gebeurt in de branche”, vertelt Blokker. Sinds enkele weken is zij de directeur van de vereniging. Jan-Willem Grievink, oprichter van het FSIN, heeft het stokje overdragen en zal naast zijn pensioen enkel een adviserende rol hebben binnen de organisatie.

Consumptiegedrag
De verwachting is dat vanaf 2023 de branche zal groeien naar het niveau van voor COVID-19. Toch hebben alle kanalen een ander vooruitzicht. Gemak is binnen de foodsector een groot segment dat de vorige crisis goed is doorgekomen en een kleine klap heeft gehad, afgelopen jaar. “Dat komt door grote ketens en partijen die inzetten op delivery. Dat is heel andere koek dan bijvoorbeeld klassieke horeca. Binnen de totale foodservice zagen we de jaren voordat corona losbarstte het aantal vestigingen fors stijgen, terwijl de omzet niet even hard meegroeide. Het rendement stond onder druk. Dat soort zaken spelen mee als je naar de toekomst kijkt en dan kan het lang duren voordat de volledige horeca weer is hersteld”, legt Blokker uit.
Het is volgens het FSIN ook niet onwaarschijnlijk dat het niveau van voor de crisis wordt overstegen. Dat heeft te maken met hoe consumenten in het leven staan. Er wordt meer uitgegeven en vaker buiten de deur gegeten, volgens de Beleidsmonitor. De jongere generaties consumeren vaker op een dag met een kleinere prijs. Dat geldt niet alleen voor het diner, maar ook tussendoor en tijdens de lunch. Blokker: “De millennials en generatie Z lopen hun buikgevoel achterna en kijken op dat moment wie hen het beste kunnen faciliteren. Ze eten graag buiten de deur. Het is een middel om voor genietmomenten te zorgen, stress te verminderen en even ‘eruit’ te zijn.”

Jaarlijks doet het FSIN een consumentenonderzoek en de laatste bevindingen zijn uit het najaar van 2020. Wat Blokker verwachtte was dat consumenten zich rustiger zouden voelen en daardoor meer tijd of zin hadden om te koken. Uit de resultaten blijkt echter dat mensen vaker geen zin en tijd hebben om te koken en er dus meer behoefte is aan horeca-alternatieven. “Delivery is een goede optie. We komen in juni met een uitgebreide publicatie over de bezorgmarkt, maar in 2020 zagen we een groei van 37,4 procent binnen de foodservicedelivery. Dat is een gigantische stijging, alleen is de vraag wat daarmee gaat gebeuren de komende jaren. De drijfveren om thuis eten te laten bezorgen is niet veranderd, waardoor er nog genoeg kansen zijn voor delivery”, verklaart de FSINdirecteur. Waar zij op doelt zijn de typische bezorgconcepten die al bekend zijn en door zullen groeien, maar kansen liggen ook bij het lunchmoment. “Dat kan nog verder worden veroverd. Een andere ontwikkeling binnen bezorging is dat er steeds meer partijen komen. Supermarkten ga je nog meer op dit terrein zien, zoals AllerHande Kookt. Retailers zijn aan het verkennen wat hun mogelijkheden zijn. En ten slotte heb je nog de traditionele maaltijdbezorging zoals Tafeltje Dekje. Dat blijft groeien door de toenemende vergrijzing”, legt Blokker uit.

Gemak en beleving
Twee trends die er voor het FSIN uitspringen zijn de toenemende behoefte aan gemak en beleving. De invulling daarvan is voor ieder kanaal binnen de out-of-homebranche anders, vertelt Blokker. “Ons consumentenonderzoek laat zien dat ondervraagden de beleving van buiten de deur consumeren het meest hebben gemist. De smaak en kwaliteit van eten is minder belangrijk. Richting de toekomst verwachten wij twee soorten beleving. Als eerst de luxe beleving, waaronder uiteten gaan. Dat zal na de coronacrisis zeker een boost krijgen. De tweede vorm van beleving die groeit, is de toegankelijke beleving – met name gezocht door de jonge generaties.” Dat betekent volgens het FSIN veel vaker, frequenter buiten de deur eten en een lager prijspeil.
Bij gemak draait alles om het ontlasten van de consument die geen tijd of zin heeft om te koken. “Een kant-en-klaarmaaltijd is daar een voorbeeld van, maar ook de verspakketten. Waar het in de kern om draait is mentaal gemak. Niet alleen tijdwinst, want dat is een onderdeel. Mensen willen mentaal ontzorgd worden. Als je een gezin hebt, wil je een paar keer per week een gezonde maaltijd op tafel. Dat gezonde moet nog bereikbaar worden gemaakt, maar aan de andere kant draait het buitenshuis nog steeds om genieten”, vertelt Blokker.

Facility
Het FSIN heeft vorig jaar juni een groot onderzoek gedaan naar de cateringsector. Dat zij het heel moeilijk hebben is een feit. Wat uit het onderzoek blijkt is dat de omzet in 2019 nog steeds vijf procentpunt onder het omzetniveau van voor de crisis van 2008 lag. De markt heeft het volgens het onderzoek zwaar, omdat er veel partijen zijn. Van origine kent de cateringsector een driehoeksverhouding van cateraar, opdrachtgever en consument. Die laatste groep ziet steeds meer manieren om aan hun maaltijden te komen, zoals bezorging. Daarnaast wordt er steeds vaker thuisgewerkt. “Het is onzeker hoe het verder gaat en dat is tevens afhankelijk van overheidsingrijpen. Als zij toestaan dat werkgevers voor hun werknemers gratis eten mogen regelen, dan krijg je een heel andere situatie. Al zijn er ook veel kansen voor de cateraars. Denk bijvoorbeeld aan maaltijdbezorging en het aanbieden van kant-en-klaarmaaltijden. De consument gelooft nog niet dat die laatste producten net zo gezond en lekker zijn als versbereid. Cateraars zouden dat wellicht geloofwaardiger kunnen oppakken.”

Nu veel mensen gedwongen zijn thuis te werken en dat ook in de toekomst meer blijven doen, wordt het voor cateraars de kunst om verbinding te faciliteren. “De tijd dat mensen op kantoor zijn, wordt waardevoller omdat je dan even ‘echt’ en live kunt bijpraten met je collega’s en constructieve overleggen kunt voeren. Eten kan hierin een verbindende rol spelen, stelt de FSIN-directeur.”

Concurrentie
De beleidsmonitor laat niet alleen de situatie zien van de out-of-homebranche, maar ook van het retailkanaal. De gehele foodsector wordt in kaart gebracht. De supermarkten hebben nog steeds profijt van de horecasluiting en draaien hogere omzetten dan normaal. De consumptie van Nederlanders is onderverdeeld in directe behoefte, na 1 tot 2 uur, koelkast (dagvoorraad), keukenkast (weekboodschap), kelderkast (maandvoorraad) en kelder (seizoenskoop). Voor de coronacrisis stonden de weekboodschappen onder druk, doordat consumenten steeds later besloten wat ze gingen eten. Dat veranderde eind maart 2020 toen het hamstergedrag begon en de consumptie terugging naar week- en maandboodschappen. “De komende jaren gaat de directe consumptie weer groeien en ook retailers sorteren daar op voor. Dat zie je bijvoorbeeld in de overname van Tosti Club door Spar, of de ontwikkeling van ‘het pannetje van Plus. Dit betekent dat de strijd om het maagaandeel sterker wordt. Retail en foodservice komt steeds dichter bij elkaar, wat meer concurrentie betekent”, vertelt Blokker. “Supermarkten moeten naar de bovenste laag van consumptie, directe en kort uitgestelde behoefte, want je kunt het je niet meer veroorloven om alleen naar de concurrentie te kijken in je eigen kanaal. Je moet sectorbreed kijken.”

Nieuw licht
In een recente blog van oud-directeur Jan-Willem Grievink schrijft hij over het licht aan het eind van de tunnel en nog specifieker over nieuw licht. Hij bedoelt daarmee dat de sector niet op dezelfde voet doorgaat als voor de crisis. “De grote les van de Spaanse griep, een eeuw geleden, was dat mensen na die tijd massaal het leven gingen vieren. Dat is dus een goed voorteken”, schrijft Grievink. Hij verwacht tevens dat we net als bij de vorige crisis meer systematiseren. In deze tijd gaat het dan om robotiseren, digitaliseren en nieuwe (kostenbesparende) diensten bedenken, aldus de oprichter van het FSIN. Hij adviseert bedrijven om niet als een blind paard naar de situatie van voor de crisis te galopperen, maar te kijken naar lichtjes die misschien langer blijven branden. “En om daarvan te profiteren, moet je misschien wel een afslag nemen in die tunnel.”
Blokker geeft als toelichting op de blog van Grievink een voorbeeld van wat een les is uit eerdere crises: “In 2008 stonden de supermarkten bekend als de goedkoopste aanbieders en de foodservice was duurder. Dat prijsgat was heel groot.

Inmiddels is dat fors gekrompen en door de opkomst van bezorging staan we bij deze crisis heel anders voorgesorteerd. We voelen nu de crisis ook nog niet zo zwaar als toen.”
Het is voor de horecabranche zaak om zo snel en ruim mogelijk open te gaan. Tot nu toe is er vanuit de overheid veel steun gekomen, die heeft voorkomen dat meer bedrijven omvallen. De huidige situatie zorgt er volgens Blokker voor dat ondernemers moeten afwegen wat financieel efficiënter is: de vaak nog beperkte omzet van het terras of de overheidssteun. “‘Ik ben blij dat de Nederlandse overheid steunpakketten in het leven heeft geroepen. Uiteraard valt er van alles op af te dingen, maar het is zeker een uitkomst voor de sector. Er zijn landen waar de overheid niet helpt, maar feit is dat je zonder steun je bedrijf niet overeind kunt houden in maandenlange lockdowns. Zelfs mét steun zal niet ieder bedrijf de crisis overleven.”

Kansen
Hoewel het herstel van de foodsector verschillend is per kanaal bekijkt het FSIN de toekomst positief. De omzet van voor de coronacrisis kan worden overstegen, er liggen kansen voor de cateringbranche en de retail- en foodservicemarkt zullen meer elkaars concurrenten worden.

Bron: Out.of.Home Shops

section1_page4_article42_1.jpg