UTRECHT - Ondanks COVID-19 zijn er toch veel ondernemers die in deze tijd een positief gevoel aan hun bedrijf overhouden. Wouter Staal, founder en ceo van Yoghurt Barn, is een van die ondernemers. Hij heeft de coronatijd aangepakt om aan zijn bedrijf te werken in plaats van ín zijn bedrijf. Out.of.Home Shops spreekt hem over ontwikkelingen en zijn beleving van de afgelopen tijd.
Staal: “Aan de ene kant is deze situatie heel efficiënt. Ik heb veel tijd om over strategie na te denken, maar aan de andere kant heb je geen structuur en is het weekend hetzelfde als doordeweeks.” Met dertien locaties en grote toekomstplannen kijkt Staal nu hoe hij zijn merknaam steviger kan neerzetten. “We kijken wat we kunnen aanscherpen en zijn nu veel bezig met productontwikkeling. We hebben anderhalf miljoen gasten per jaar die normaal gesproken naar onze dertien barns komen, en dat is prachtig, maar we willen meer impact maken. Daarom kijken we nu hoe we onze geliefde producten ook in andere kanalen weg kunnen zetten.”
Staal heeft veel projecten, die hij in de aankomende drie jaar gepland had, nu al kunnen doen. “Je gaat op een andere manier nadenken, je stelt vragen die je anders niet zou stellen, waardoor je tot innovatie en verbetering komt. Het fundament van het bedrijf is daardoor veel groter geworden. Door deze periode werk ik nu meer aan het bedrijf dan in het bedrijf en dat was voorheen minder. We hebben elke minuut aangepakt om het bedrijf te verbeteren, te optimaliseren en naar de toekomst te kijken”, vervolgt hij.
Groei in Nederland
Groningen, Maastricht en Zwolle zijn locaties die Staal gegarandeerd nog wil toevoegen aan zijn portfolio. “Wanneer dat gaat gebeuren maakt me niet uit, ik heb geen strategische onrust meer. Ik ben heel blij met wat we hebben, maar ik weet dat daar kansen liggen, dat het financieel haalbaar is en we op die manier onze impact kunnen vergroten.” Ook heeft hij een aantal partnerships gesloten waarmee Yoghurt Barn op plekken in Nederland kan opereren waar de formule normaal gesproken niet terecht zou komen, zoals universiteiten en grote bedrijfsgebouwen.
Plantaardig
Staal gelooft dat alles in de wereld in 2050 plantaardig zal zijn, maar voor nu vindt hij dat Yoghurt Barn zowel plantaardig als zuivel moet aanbieden: “De verwachting van de gast is ook gewoon een lekker bakje yoghurt. De plantaardige variant is nu simpelweg nog niet altijd in de lijn der verwachting van de consument. We merken door onze klanten wel dat er een steeds stevigere wens komt om naar plantaardig te gaan, zij het niet structureel elke keer.” Hij denkt dat het nog wel even gaat duren, maar uiteindelijk is dat volgens hem het beste voor het klimaat. “Daarmee kun je de grootste positieve impact hebben.” Daarom stapt Yoghurt Barn, wanneer het mogelijk is en het geen concessies doet op de smaak, over op veganistisch. “Dit hebben we bijvoorbeeld gedaan met plantaardige boter, slagroom en Speculoos.”
Klimaatpositief
Klimaatpositief zijn is extreem belangrijk voor Staal en hij leeft er zelf ook naar. Zo eet hij vegetarisch, heeft hij zonnepanelen geplaatst en gebruikt hij de inkomsten uit het geven van lezingen om bomen te planten. “Op die manier probeer ik naast zakelijk ook persoonlijk klimaatpositief te zijn. Ik denk dat je geen strategisch beleid kan voeren zonder dat je daar zelf volledig achter staat. Je moet intrinsiek gemotiveerd zijn, zeker bij duurzaamheid, om dit door te voeren.”
Yoghurt Barn zit momenteel in de finale fase van de B Corp-certificering. Staal: “Dat geeft weer allemaal prikkels. Je komt veel dingen tegen die we nog meer kunnen doen.” Hij wil ook dat zijn partners aan duurzaamheid werken en heeft een code of conduct voor leveranciers opgesteld. “Ik vraag aan alle partners wat hun CO2-uitstoot is, wat ze gedaan hebben dit jaar en of ze bijvoorbeeld denken aan CO -neutraal verschepen met GoodShipping.”
Over de grens
Met het succes in Nederland is het een logische volgende stap naar het buitenland. “In Noordwest-Europese landen is veel interesse voor gezond eten, transparantie, duurzaamheid en het klimaat. Corona heeft deze uitrol vertraagd, maar het zijn wel leuke dingen die we nu kunnen voorbereiden”, aldus Staal.
Ook in het buitenland wil hij hetzelfde beleid voeren. Staal: “Ik heb gesprekken gehad met potentiële partners in het buitenland die duurzaamheid totaal niet interessant vonden. Dan is het voor mij na het eerste gesprek ook meteen klaar. Ik zoek echt partners die zelf nadenken over duurzaamheid of merken dat ze die kant op moeten en mijn hulp daarbij willen hebben. Als iets puur greenwashing is, prik ik daar heel snel doorheen en dan is dat niet de partner waar ik zaken mee wil doen.”
Dit artikel verscheen eerder in de papieren editie van Out.of.Home Shops. Abonneren? Klik hier.
