Horeca

'De Beren en Happy Italy bieden de gast zekerheid'

ROTTERDAM - Bijna iedereen heeft van formules als De Beren, Happy Italy, Spaghetteria, Woodstone of Vapiano gehoord. Een groot gedeelte van de consumenten heeft ook al eens een hapje gegeten bij zogenoemde ‘casualdiningrestaurants’. Wat maakt deze etablissementen zo populair en hoe zal casual dining zich verder ontwikkelen in Nederland?

Out.of.Home Shops sprak in Rotterdam af met Gijsbregt Brouwer, een trendwatcher die alle
ontwikkelingen in de horeca- en voedselwereld in de gaten houdt. De eerste vraag ligt voor de hand, maar het antwoord is een stuk complexer, want wat verstaan we onder casual dining?
“Casual dining is grof gezegd het spectrum tussen de fastfoodketens zoals McDonald’s, KFC en Burger King en fine dining. Het is geen exacte wetenschap, maar je kan in de casualdiningrestaurants wel comfortabel zitten, je wordt aan je tafel bediend, maar het is wel de bedoeling dat je na ongeveer een uur plaatsmaakt voor nieuwe gasten. Je zou het best een Mc-Donald’s++ kunnen noemen; snel een hapje eten, maar wel met beter zitcomfort en een aangekleed menu”, vertelt Brouwer, die in het segment casual dining ook grote verschillen ziet. Daarover zegt hij: “Zo is een Happy Italy snel en heb je een makkelijke keuze tussen de gerechten; een zaak als De Beren biedt iets meer variatie op de menukaart en heeft bijvoorbeeld ook een mooi aanbod aan veganistische gerechten.”

Zekerheid
Een van de sterktes van de casualdiningformules is volgens Brouwer dat de gasten die bij zo’n
restaurant naar binnen lopen weten waar ze aan toe zijn. “Ze krijgen een zekerheid, weten min
of meer wat ze op de menukaart zullen vinden en kunnen daardoor
ook snel een keuze maken die bij ze past. Neem Happy Italy, je kan
kiezen uit pizza of pasta met vlees, vis of de vegetarische optie. Bij Woodstone weet men dat ze een ruime keuze uit pizza’s hebben, wederom met vlees, vis of vegetarisch, en bij De Beren hebben ze dezelfde keuze, maar dan een variatie op het klassieke bord aardappelen, groenten en vlees. Een andere kracht van die formules is de ‘zekerheid’ die de gast krijgt. Iemand die bij een van de bovengenoemde restaurants gaat eten, weet wat hij kan verwachten en wat hij daar ongeveer kwijt voor zal zijn. Hij komt niet voor culinaire of financiële verrassingen
te staan. Tel daar de value-for money bij op en je hebt een succesformule”, legt Brouwer uit.
Het is een bekend gezegde in de horeca en zeer toepasbaar op de casualdiningformules: massa is kassa. Dat geldt zowel voor de achterkant als voorkant van de restaurants. Aan de achterkant kan men goedkoper inkopen door in grote hoeveelheden producten af te nemen, waardoor de gerechten tegen democratische prijzen op de menukaart kunnen staan. Daarnaast
blijven gasten in zo’n restaurant geen uren tafelen, waardoor er op één avond meerdere
rondes geserveerd kunnen worden. “Om terug te komen op het feit dat gasten weten wat ze kunnen verwachten, zijn dit soort restaurants ook zeer geschikt voor groepen”, vervolgt Brouwer. “Ga maar na: stel, je gaat met zesvrienden of collega’s ergens na het werk of voor een avondje uit een hapje eten. Er zou zich snel een discussie kunnen ontvouwen in
welk restaurant dat zou zijn, maar in een casualdiningformule is er voor ieder wat wils en voor een nette prijs. Zo wordt de discussie over waar of wat er gegeten wordt heel snel in de kiem gesmoord. Daarnaast bieden casualdininglocaties ook de ruimte voor grotere groepen, waardoor je ook geen tijd hoeft te steken in het vinden van een geschikt restaurant voor een groep groter dan een gemiddeld gezin.”

Klandizie
Samenvattend: casual dining heeft voor ieder wat wils qua gerechten, de gast komt niet voor verrassingen te staan als het op menukeuze en prijsklasse aankomt, er is ruimte voor grotere groepen en men kan er, in tegenstelling tot een fastfoodrestaurant, comfortabel zitten met bediening aan tafel. Brouwer: “Je kan de klandizie die bij casualdiningrestaurants, zeer zwart-wit gezegd, opdelen in twee groepen. De eerste bestaat uit mensen die het dineren bij een van de eerder genoemde concepten echt als een avondje uit eten zien; mensen met een kleinere portemonnee, instappers in de horecawereld die niet zo bekend zijn met restaurants en culinair tafelen. Zij hebben goede verhalen gehoord over de Vapiano’s en Happy Italy’s en kiezen er daarom voor bij een van die concepten een tafeltje te boeken. De tweede groep kan je zien als een groep die gewend is om uit eten te gaan, die een dikkere portemonnee heeft of het geld echt overheeft voor een hapje buiten de deur. Zij zien De Beren of een Spaghetteria als ‘een van de opties’ om uit eten te gaan. Vaak zijn dat ook mensen die in een gebied wonen met een grote keuzemogelijkheid aan eetgelegenheden, en uit eten gaan niet als iets ‘speciaals’ bestempelen. Uiteraard zijn er dan nog de groepen die komen eten, van families na een dagje uit, collega’s na een teambuilding, tot vriendengroepen en teamgenoten die een avondje op stap gaan. Met andere woorden, een heel groot deel van de Nederlandse bevolking kan makkelijk in een casualdiningrestaurant plaatsnemen.”

Nederlands?
Kunnen we casual dining dan ook als iets ‘echt Nederlands’ beschouwen? “Nee, het is zeker niet iets typisch Nederlands”, aldus Brouwer. “Kijk naar de Hippopotamus-restaurants in Frankrijk en vergeet niet dat Vapiano en L’Osteria van origine Duitse concepten zijn die bij onze oosterburen in vrijwel iedere stad met een beetje omvang een vestiging hebben. In Engeland had je de ketens van Jamie Oliver en in de Verenigde Staten zijn er talloze concepten die bij casual dining aansluiten. Kijkende naar Nederland zou je kunnen zeggen dat Van der Valk de ‘oervader’ van casual dining voor de avond is, en La Place (voorheen van V&D en nu van Jumbo, red.) voor de lunch.”

Toekomst
Hoe de toekomst eruitziet, is op veel vlakken een raadsel, zo ook bij de ontwikkeling van casual dining. “Het is lastig te zeggen hoe dit segment zich zal ontplooien de komende jaren. Ik denk dat als je kijkt naar trends die al een jaar of vijf goed lopen, daar mogelijk een casualdiningvariant uit ontstaan kan. Neem bijvoorbeeld de Mexicaanse keuken. In Nederland hebben we al Popocatapetl, maar dat kan veel groter. Mexicaans is in opkomst, ook als je naar de schappen in de supermarkt kijkt. In Amerika is dat al langer zo, waar de keten Chipotle gigantisch is met meer dan 2.500 vestigingen in 50 staten.” Een ander toekomstbeeld dat Brouwer ziet, is dat de al bekende keukens, zoals de Italiaanse en Amerikaanse het goed blijven doen. “Pasta’s, pizza’s, spare ribs en hamburgers blijven populair en die concepten kunnen daardoor verder uitbreiden. Daarnaast zijn vega(n)-gerechten steeds meer noodzakelijk, dat is een ontwikkeling die het snelst op stoom geraakt. Wel moet men blijven vernieuwen en de gasten prikkelen om te blijven komen. Kijk naar Jamie Oliver, zijn keten ‘Jamie’s Italian’ is in Engeland helemaal in elkaar gestort omdat het concept alle jaren hetzelfde is gebleven en andere zaken hem voorbij zijn gestreefd met vergelijkbare, maar meer onderscheidende en evoluerende concepten.”

Bron: Levensmiddelenkrant

gijsbrecht-brouwer-foto-door-jeancarlo-nunes-dos-anjos.jpg